Column: Hoe liefde zich vertaalt in een wurgconstructie

Het had zo mooi kunnen zijn. Een mooi en levensvatbaar melkveebedrijf met opvolger. Vader en zoon hebben de taken goed verdeeld. Vader melkt ’s ochtends en verzorgt het jongvee. Zoon melkt ’s avonds en verzorgt het melkvee. Vader onderhoudt de contacten met het netwerk en zoon onderhoudt de machines en het land.

Maar, zo strak de scheiding van de werkzaamheden is, zo strak is ook de scheiding in de communicatie. Het bestaat uit compleet negeren van elkaar en als dat niet lukt staan ze elkaar letterlijk naar het leven.

“Eerst wordt naar buiten gebracht dat een onstuimige stier het letsel heeft veroorzaakt, maar de onmacht wordt te groot en er wordt een familiegesprek gepland.”

Zowel vader als zoon houden de kaken strak op elkaar. De emotie spat van hun gezicht, vooral bij het aanhoren van de angst en het verdriet van moeder en zus. Ze durven niet van huis, zo bang ze zijn dat de strijd escaleert. Vader en zoon gaan beide akkoord met een gesprek met ieder apart.

Vader is heel emotioneel, hij vertelt dat hij zo graag wil dat de boerderij blijft bestaan, hij gunt zijn zoon het ondernemerschap en de vrijheid die hij als boer heeft ervaren, maar hij mist het initiatief bij zijn zoon. “Het lijkt wel alsof hij in loondienst is, hij zet geen stap meer dan nodig”, roept hij wanhopig uit. Vader zou zo graag zijn werk op de boerderij afbouwen en er op uit trekken met zijn vrouw, maar hij kan nog geen dag van het erf.

“Als hij nu geen boer zou willen worden, dan zouden we de koeien verkopen, ik kan daar prima mee leven. Maar ja, zo lang hij dat niet zegt…”

Een dag later spreek ik met zoon. Wederom een verhaal vol wanhoop. Het werk op de boerderij ervaart hij als slavenwerk. Iedere dag het zelfde werk op de zelfde tijd, altijd in de oude kleren en dan ook nog voor een hongerloontje. Hij voelt zich vastgeketend aan het erf en de koeien. Maar ja, het werk op de boerderij is te veel voor vader alleen, fysiek trekt hij dat niet.

“Wilde hij er maar mee stoppen, dan ging ik vandaag nog weer studeren, maar ja, zolang hij dat niet zegt…”

Door eigen behoeften ondergeschikt te maken aan de veronderstelde behoeften van de ander, is de liefde voor elkaar verworden tot een wurgconstructie. Wat een mooi en ontroerend moment, toen zowel zoon als vader de liefde voor elkaar uitspraken en daarmee elkaar de vrijheid van handelen terug gaven. De koeien zijn verkocht, het jongvee en het land is gebleven, zoon is weer gaan studeren en vader…….. vader is zó trots op zijn zoon, die zijn eigen leven is gaan leiden.