Column: Geofferd voor de boerderij

Een mooie gespierde vent met een zongebruinde kop komt binnenlopen. Terwijl ik de koffie neerzet, neemt hij plaats. Coronaproof ga ik tegenover hem zitten aan de andere zijde van de tafel. Ik kijk op en schrik van wat ik zie. Doffe, levenloze ogen kijken mij aan. “Vertel eens”, zeg ik uitnodigend.

Hij is altijd bouwvakker geweest. Zijn lust en zijn leven. Samen met de jongens de bouw op en iets moois maken. Hard werken, vroeg op, vroeg klaar, maar vooral veel schik samen.

Zijn vrouw komt uit een boerengezin. Daar werd veel gepraat, maar weinig gezegd. Zolang het maar over iets of iemand anders ging, was er niets aan de hand. Haar broer was al jong toegetreden tot de maatschap. Volgens de accountant was dat fiscaal aantrekkelijk. Na twaalf jaar liep de samenwerking tussen vader en zoon volledig spaak. Broer was er klaar mee, maar vader wilde er niets van weten. De maatschap werd ontbonden en broer vertrok.

“Hoe durfde hij zijn eigen pad te kiezen?”

Zijn vrouw gaf niets om het boerenbedrijf, maar des te meer om haar vader. De broer werd, door zowel vader als zus, aangewezen als zondebok. Hij zorgde ervoor dat het boerenbedrijf, dat nota bene al vier generaties in familiebezit was, op de tocht kwam te staan. Hoe durfde hij de maatschap te ontbinden? Hoe durfde hij zijn eigen pad te kiezen? Hoe durfde haar broer haar vader alleen achter te laten met dat mooie bedrijf, dat nota bene voor haar broer uitgebreid was?

In dezelfde tijd werd het crisis in de bouw en raakte hij zijn baan kwijt. Het was een moeilijke tijd; ze hadden jonge kinderen en zowel financieel als relationeel kregen ze het moeilijk. Totdat zijn vrouw hem voorstelde om de plek van haar broer in te nemen. Vader had het zwaar, zo alleen op de boerderij. Ze zouden naar de boerderij kunnen verhuizen om naast vader te gaan wonen. Voor de kinderen zou het fantastisch zijn om op een boerderij te wonen. Voor haar zou het fijn zijn om voor vader te kunnen zorgen en hij zou weer werk hebben. Haar werkelijke motivatie werd niet uitgesproken. De enorme loyaliteit aan vader. De boerderij moest in de benen en in de familie blijven. Door haar man te offeren, kon zij voorkomen dat haar vader gezichtsverlies leed wanneer de boerderij verkocht moest worden.

Op een zwak moment gaf hij toe: “Laten we het maar doen.”

Hij had geen zin in een leven op de boerderij. Hij wilde op pad. Hij wilde samenwerken met de maten in de bouw. Hij wilde plezier hebben. Hij wilde de zekerheid van een vast inkomen en ’s avonds zijn eigen ding doen in plaats van in de melkput staan. Maar, hij durfde niet tegen zijn vrouw in te gaan. Het huwelijk verslechterde en zijn vrouw bleef maar aandringen op een leven op de boerderij. Op een zwak moment gaf hij toe: “Laten we het maar doen.” De verhuizing was snel geregeld en hij werd als een verloren zoon ontvangen door schoonvader. Het huwelijk bloeide weer op. Iedereen was gelukkig, behalve hij. Jaar in, jaar uit sleepte hij zich van de stal naar huis en andersom. Zijn schoonvader had al vrij vlot de kritische rol weer opgepakt en het huwelijk was inmiddels een drama.

“Een verandering die van buitenaf opgelegd wordt, zorgt ervoor dat je steeds verder van jezelf af komt te staan”

Hij is zich heel goed bewust van zijn eigen rol in het verhaal. Hij heeft zich mee laten nemen in het pad van de ‘lieve vrede’. Hij heeft zichzelf volledig weggecijferd in de hoop dat alles beter zou worden. Hij beseft zich heel goed dat een verandering die van buitenaf opgelegd wordt, ervoor zorgt dat je steeds verder van jezelf af komt te staan. Hij was niet opgewassen tegen de druk van buitenaf. Nu zit hij hier. Het zal nog een lange weg worden, maar de eerste stap richting zijn eigen pad is gezet.