“Het wordt me allemaal te veel. Ik sta overal alleen voor”. Tegenover me zit een sterk ogende man van begin vijftig. Zijn kinderen hebben te kennen gegeven het varkensbedrijf niet over te willen nemen. Niet dat ze geen interesse hebben in de varkenshouderij en over ondernemerschap beschikken ze ook wel. Ze willen echter niet in een sector werken, die onder het vergrootglas van de maatschappij ligt en ook nog eens bedreigd wordt door radicale groeperingen.
De man tegenover me vertelt dat zijn vader recent overleden is en dat zijn moeder al snel daarna begon te dementeren. Zijn vader had tot voor kort nog klusjes op het bedrijf gedaan en zijn moeder was altijd betrokken geweest bij het reilen en zeilen op de boerderij. Zijn eigen vrouw werkt buiten de deur en heeft geen interesse in de boerderij.
“Soms hoop ik gewoon dat er iemand belt, al was het maar om door te geven dat een factuur nog betaald moet worden.”
“Er zijn dagen dat mijn mobiele telefoon mijn beste vriend is. Soms hoop ik gewoon dat er iemand belt, al was het maar om door te geven dat een factuur nog betaald moet worden. Als ik overdag iemand wil zien, moet ik op de pakketdienst wachten of de chauffeur van de bulkwagen aanklampen”. Eén maal per maand komt de dierenarts en één maal per twee maand de voeradviseur. Met 300 zeugen is het bedrijf te klein voor personeel en te groot voor activiteiten buitenshuis van de eigenaar. Zeven dagen per week, 24 uur per dag komt alle zorg en verantwoordelijkheid op zijn schouders neer.
Financieel hadden ze het eigenlijk altijd wel goed gehad. Zeker waren er prijsdalen geweest, maar deze konden ze vanuit de reserves opgevangen. Verplichte investeringen vanwege milieueisen, hadden hier verandering in gebracht. De hypotheek was flink verhoogd, zonder dat er inkomsten tegenover stonden. De financiële druk had inmiddels ook zijn weerslag op zijn relatie. Zijn vrouw was meer buiten de deur gaan werken en hij had de zaterdaghulp eruit gedaan. Beide onder het mom dat het extra geld in het laatje zou brengen. Inmiddels waren ze er beide wel over uit dat het slechts een druppel op een gloeiende plaat was. Het was niet meer gezellig in het voorhuis. Er was eigenlijk alleen nog maar ruzie. Ruzie over geld, over de toekomst, over het gebrek aan interesse in elkaar.
“De eerste en belangrijkste stap is gezet. Hij heeft zijn verhaal gedeeld.”
Zijn verhaal klinkt weinig hoopgevend. Toch weet ik dat het goed komt met hem. Door professionele hulp in te schakelen is hij tot de conclusie gekomen dat hij dit probleem niet alleen hoeft op te lossen. Hij staat open voor verandering. Dat is genoeg voor mij en voor hem om te vertrouwen op een goede afloop. De eerste en belangrijkste stap is gezet. Hij heeft zijn verhaal gedeeld. En in het proces dat vóór ons ligt, zal hij stap voor stap zijn gedachten rangschikken, waardoor de inzichten ontstaan, die hem weer de regie over zijn leven en zijn keuzes geven.