50 jaar, het hoofd in de handen, aan de keukentafel in een huurhuis, ver weg van de boerderij waar hij geboren, getogen en later zelf boer is geworden. Hij begint zijn verhaal. Hij groeide op in een gezin met 5 kinderen. Vader was een bekend gezicht in het dorp, had vele bestuursfuncties en werd geroemd vanwege zijn inzet voor zowel de agrarische sector als het dorp. Moeder was altijd thuis en hield zo goed als mogelijk het varkensbedrijf en het gezin in de benen. Gelukkig was er financieel geen vuiltje aan de lucht. Dat was ook te zien aan de buitenkant van het bedrijf. Het was een plaatje.
“Ze moesten kiezen, de villa eraf verkopen, of het hele bedrijf te koop zetten”.
Op een dag wilde vader met hem in gesprek, zonder moeder en de andere kinderen er bij. De bank was geweest, ze hadden de mooie villa voor de ouders, naast de boerderij niet mogen bouwen. Dit geld had gebruikt moeten worden voor de aflossing van de rekening courant, die veel te hoog opgelopen was. Ze moesten kiezen, de villa eraf verkopen, of het hele bedrijf te koop zetten. Vader schaamde zich diep tegenover het dorp. Moeder mocht het niet weten. Iedereen wist immers hoe goed ze er financieel bij zaten. Het plaatje was tot nu toe ongeschonden. Ze waren één van de eerste met personeel, één van de weinige boeren die in die tijd op vakantie gingen en ze reden standaard in een flinke auto.
“Vanuit een grote vorm van loyaliteit, kwam niemand ooit te weten dat hij de naam van zijn ouders had gered”.
De eer van de familie moest gered worden. Op verzoek van vader gingen ze met z’n tweeën in gesprek met de bank. Wat was er nog mogelijk? Als hij het bedrijf overnam van zijn ouders, incl. de schulden bij de voerleverancier en de schuld op de rekeningcourant, durfde de bank het aan om het bedrijf met zo’n jonge sterke vent voort te laten bestaan. Het gedateerde bedrijf, wat zwaar onder water stond, kwam inclusief de verhoogde hypotheek, op zijn naam te staan ook tekende hij ervoor om zijn ouders financieel te onderhouden. De villa kwam op naam van de ouders. Niet ondertekend, maar vanuit een grote vorm van loyaliteit, kwam niemand ooit te weten dat hij de naam van zijn ouders had gered, door de enorme schuldenlast over te nemen.
“Hij had tonnen afgelost, maar het bedrijf stond nog steeds onder water. De financiering werd opgezegd”.
Keihard heeft hij gewerkt, ieder dubbeltje om gedraaid, nooit een cent geïnvesteerd in de oude boerderij waar hij met zijn gezin kwam te wonen. Groeien was niet mogelijk, te groot voor het servet, te klein voor het tafellaken, schraapte hij iedere cent bij elkaar om de toko in de benen te houden en de schuldenlast te verlagen. Tot de dag dat de bank kwam. Het geduld was op. Hij had tonnen afgelost, maar het bedrijf stond nog steeds onder water. De financiering werd opgezegd.
“Waar is al dat geld van die hardwerkende ouders gebleven?”
En dan komt het verdriet er uit. Zijn broers en zussen, die onlangs het geld van de villa van de ouders hadden mogen verdelen, zijn woest op hem. Hoe is het mogelijk. Zij hebben 20 jaar geleden hem gegund dat hij het mooie bedrijf van hun ouders over kon nemen. Alle geld van de ouders hebben zij in het bedrijf laten zitten, zodat hij kon boeren. Hij kwam in een gespreid bedje terecht, had onderhand wel miljonair kunnen zijn. Hij heeft de ouderlijke boerderij verkwanseld. Hoe is het mogelijk. Waar is al dat geld van die hardwerkende ouders gebleven?
Vader zou het destijds de andere kinderen wel uit leggen, helaas is dat nooit gebeurd.