In het maandblad ‘Landleven’ (augustus 2024) wordt Paulien geïnterviewd over haar relatie met het dialect:
“Ik heb d’r nich veur keuzen Tukker te wean. Ik heb gewoon onmeunig mazzel had.”
De taal van de agrariër: ongecompliceerd, warm en vertrouwd
Het was tien jaar geleden niet de ambitie om flink te groeien. Ik begon met de gedachte: het zou al leuk zijn als ik af en toe een boer mag coachen. Inmiddels heb ik een team met negen coaches, therapeuten en psychologen en werken we door heel Nederland. Al zit tachtig procent van onze klanten in het Oosten. En met die tachtig procent praten wij vrijwel alleen maar dialect. Wij spreken letterlijk en figuurlijk – we zijn allemaal boerenzoons of dochters – de taal van de agrariër.
Praten in de streektaal is ongecompliceerd, warm en vertrouwd. En zoals gezegd, ik voel me erg op mijn gemak als ik dialect kan praten. En ik merk dat hetzelfde geldt voor de agrariërs die ik coach. Gekscherend zeg ik weleens: “Zat ik overal maar zo op mijn gemak als op mijn werk.”