Met z’n vijven zitten ze aan tafel. Vader, moeder en drie volwassen kinderen. Alle drie hebben ze een goede opleiding genoten en nu een mooie carrière. Vader is de zeventig al ruim voorbij maar trekt nog steeds de kar op het akkerbouwbedrijf. Het bedrijf dat van zijn ouders is geweest. Ze begonnen als gemengd bedrijf, maar na de overname zetten ze langzaam maar zeker de stap richting de akkerbouw. Aardappelen, uien, prei en wortels, hij weet precies wat de gewassen wanneer nodig hebben en hoe hij er een prachtige opbrengst vanaf kan halen.
“Hard werken en niet klagen”
Het boeren zit hem in het hart. Samen met zijn broer, met wie hij nog steeds een maatschap vormt, liet hij het bedrijf groeien. Ze begonnen met zo’n 25 hectare toen ze het van hun vader overnamen en ze hebben nu ruim 100 hectare in bezit. Hard werken, niet klagen, want “we hebben het toch niet slecht”. Er bleef voor privé niet veel over. In huis moest moeder de centen tellen en voor de opleiding van de kinderen werd stevig gespaard. Een nieuwe badkamer of keuken zat er niet in, maar gelukkig was er aan eten nooit gebrek. Samen redden we het wel.
Nu zitten ze hier samen aan tafel. De bedrijfsovername komt in beeld. Maar waar moet het naartoe? Een echt gesprek hierover is eigenlijk nooit gevoerd. Vader is de zeventig gepasseerd en blijft dag na dag fanatiek aan het werk. Afstand nemen van het bedrijf voelt voor hem alsof hij zijn levenswerk aan de slachthaak moet hangen. Een aantal jaren geleden werd zijn broer, tevens compagnon, ongeneeslijk ziek.
“Alle kinderen in de maatschap”
Om te voorkomen dat de kinderen in de toekomst erfbelasting zouden gaan betalen over het eigendom van de broer, adviseerde de accountant om alle kinderen tot de maatschap toe te laten treden. Zo bouwden ze een mooi vermogen op, zonder af te hoeven rekenen met de fiscus. Goed advies, zou je denken. Zo gezegd, zo gedaan. Het gevolg: een maatschap van 8 personen; de twee broers met hun kinderen.
Nu, vijf jaar later, blijkt deze oplossing een kat in een zak. Slechts één van de kinderen heeft interesse om het bedrijf over te nemen, maar omdat alle maten vermogen hebben opgebouwd, lukt dat niet. Het bedrijf is maximaal gefinancierd en er is nooit gebufferd. De opvolger kan de overige maten niet zomaar uitkopen.
Dan beginnen de tranen te vloeien. Bij vader, die niets liever zou willen dan doorwerken en het bedrijf overdragen. Bij de opvolger, die zo graag in vaders voetsporen zou treden. Bij moeder, die zo graag zou zien dat haar man het langzaam maar zeker wat rustiger aan gaat doen. Bij de andere kinderen, die hun ouders een goed pensioen en een fijne woning gunnen. Hoe moet dat nou?
“Voorbij gegaan aan de consequenties op de lange termijn”
Te vaak zien wij dat accountants en financieel adviseurs snel met een oplossing komen. Wat had deze familie er veel baat bij gehad om op tijd en grondig met elkaar te spreken over hun wensen, verlangens, behoeften en grenzen. In het kader van ‘de lieve vrede’ blijft er veel onbesproken, met alle gevolgen van dien. De boekhouder in kwestie valt dit niet te verwijten. Hij heeft zijn taak goed gedaan, namelijk de ondernemer een zo goed en voordelig mogelijk financieel advies geven. Maar daarbij is wel voorbijgegaan aan het bespreekbaar maken van de consequenties voor de familie op de lange termijn. Nu blijkt die mooie ‘oplossing’, eigenlijk een kat in een zak.
“Een oplossing vinden voor allemaal”
Voor deze familie is het nu zaak om alsnog met elkaar het gesprek aan te gaan. Wat wil eenieder? Wat is haalbaar en wat is realistisch? Niet direct in oplossingen denken, maar eerst samen uitvogelen wat ieders wensen en belangen zijn. Wie weet is het dan, met oog en aandacht voor elkaar, mogelijk om een mooie oplossing te vinden voor al deze mensen. Zodat ze ook volgend jaar de kerstdagen samen kunnen doorbrengen, met een beetje geluk op de mooie boerderij, waar de familie geworteld is en waar de volgende generatie het bedrijf graag wil voortzetten.